Beeldkaders, welke shots worden gebruikt?

woensdag 3 februari 2021
The Good, The Bad and The Ugly (1966)
Als wij iets bekijken, bepalen we zelf wat we willen zien, wat er allemaal gebeurt. Niemand verteld ons waar we moeten kijken of op welke details we moeten letten. Bij film gebeurt dat juist wel: de camera is immers de oog van de kijker. Een close-up dwingt ons om naar een bepaald persoon te kijken, een totaal laat ons precies zien wie waar staat en geeft ons een totaaloverzicht en neemt daarmee afstand van het gebeuren. Een regisseur en een cameraman sturen de ogen van de kijkers, zij bepalen waar het publiek zijn aandacht aan mag geven. Het kiezen van het kader is cruciaal bij het bepalen welk gevoel er bij de kijker opgeroepen moet worden. 

Bij het vertellen van een beeldverhaal kan een scene op veel verschillende manieren in beeld worden gebracht, elke manier heeft zijn eigen betekenis. Cameraplaatsing en kadrering zijn de belangrijkste elementen om het karakter van een beeld te bepalen. Wanneer er sprake is van een emotionele situatie voelt de kijker zich met een close-up veel meer betrokken bij een situatie dan wanneer er gebruik gemaakt zou worden van een groot totaal. Het gekozen beeldkader zegt dus al veel over het verhaal en dient daarom zorgvuldig uit te worden gekozen. 

Bij films zijn alle kaders van alle shots vaak van tevoren bepaald en vastgelegd en uitgewerkt in een storyboard en een shotlist. De cameraman werkt tijdens producties nauw samen met de regisseur om de gewenste kaders te bepalen. De verschillende kaders zijn benoemd zodat alle betrokkenen op een filmset weten welk type shot er wordt gemaakt. 

Beeldkaders hebben veel verschillende benamingen en kunnen worden onderverdeelt in negen verschillende kaders. 

Internationale Benaming Nederlands benaming Toepassing
Extreme Long Shot Groot Totaal/Extreem Wijd Shot onderwerp is net zichtbaar in de verte
Very Long Shot Ruim Totaal/Wijd Shot onderwerp is zichtbaar in de verte
Long Shot Totaal/Ten Voeten Uit Onderwerp totaal in beeld
Medium Long Shot Ruim Medium Onderwerp in beeld vanaf de knieën
Medium Shot Medium Personage in beeld vanaf de navel
Medium Close-up Medium Close Personage in beeld vanaf de borst
Close Shot Close Up Personage in beeld vanaf schouders
Big-Close-up Kleine Close Gezicht personage in beeld
Extreme Close-up Extreme Close-up Gezichtsuitdrukking personage in beeld

Extreme Long Shot (ELS)

Bij een extreem groot totaal lijkt je onderwerp zeer klein ten opzichte van de omgeving. Een Extreme Long Shot kan gebruikt worden om je onderwerp zich alleen, afstandelijk of vervreemd te laten voelen. Dit type shot wordt ook gebruikt om uit te beelden dat een onderwerp zich overweldigd voelt door de locatie.
Dit type shot kan gebruikt worden als de nadruk op de locatie moet worden gelegd.

Very Long Shot (VLS)

Bij een very long shot of een ruim totaal wordt het onderwerp iets closer in beeld genomen waarbij nog steeds veel van de omgeving te zien is. Dergelijke shots worden vaak gebruikt als establishing shot zodat de kijker zich kan orrienteren waar personages zich ten opzichte van elkaar of de locatie bevinden.

Long Shot (LS)

Een long shot wordt in het Nederlands ook wel een totaal of een ten voeten uit genoemd. Hierbij wordt personage geheel in beeld gebracht en is nog veel van de omgeving zichtbaar.

Medium Long Shot (MLS)

Een “medium long shot” staat ook bekend als een plan american, american shot of een cowboyshot. Bij een medium long shot wordt het onderwerp vanaf zijn knieen in beeld genomen. In het Nederlands wordt dit een ruim medium genoemd.

Medium Shot (MS)

Bij een medium shot wordt het onderwerp vanaf zijn middel in beeld genomen.

Medium Close Up (MCU)

Een medium close up of medium close wordt het onderwerp vanaf zijn borst in beeld genomen.

Close Up (CU)

Een close-up is een shot waarbij het onderwerp vanaf zijn schouders in beeld wordt gebracht, bij dit type kader wordt de nadruk op de emotie of mimiek van een personage gelegd.

Big Close Up (BCU)

Bij een big close-up wordt het gezicht van het onderwerp duidelijk in beeld gebracht, waarbij vaak et bovenste gedeelte van het gezicht buiten het kader valt. Dit type shot wordt in het Nederlands ook wel een kleine close genoemd.

Extreme Close Up (ECU)

Bij een extreme close-up igt de nadruk op de gelaatsuitdrukking van een personage, waarbij vaak enkel de ogen of de mond in beeld worden genomen. Dit type shot wordt gebruikt om onderwerpen gedetaileerd in beeld te brengen en ergens specifiek de nadruk op te leggen.

Shots waarbij de camera positie bepalend is

Er zijn ook shots die veel gebruikt worden, die bepaald worden door de positie van de camera. Ook bij deze shots, bepaald het uiteindelijke beeld, de sfeer.
Een aantal voorbeelden.

Eye Level

Shots gemaakt op het niveau van een menselijk ook. Dit geeft een neutraal effect voor de kijker.

High Angel

Onderwerp wordt gezien van boven  af. Dit maakt het onderwerp kwetsbaar, zwak of bang.

Low Angel

Onderwerp is gezien van benden naar boven. Dit geeft een gevoel van kracht, macht of misschien zelfs gevaarlijk.

Dutch Angel/Tilt

Shots waarbij de horizon niet klopt, volgens je gevoel. Dit geeft een gedesoriënteerd gevoel, of soms iets psychedelisch…

Over de schouder

Populaire shot waarbij het onderwerp gezien wordt over de schouder van een ander. Wordt vaak gebruikt bij interviews of waarbij interactie weergegeven moet worden.

Top Shot

Een wijd shot van boven. Dit geeft een beeld van de situatie.Is vak lastig te maken, maar met een trap of vanaf een bovenverdieping, is dit wel mogelijk.

Delen mag...